De zomer is bijna voorbij, tijd voor een nieuw bericht. Ik ben op dit moment druk aan de slag met mijn nieuwe compositie voor hobo en forte-piano. Het stuk wordt uitgevoerd door hoboist Oliver Boekhoorn, bekend van onder andere Calefax en Cobla Amsterdam en forte-pianiste Keiko Shichijo. Ik probeer onder andere elementen die ik ooit ontwikkelde voor mijn hobo-improvisaties te ‘vangen in gestolde’ noten of beter gezegd te laten klinken in klankvelden. De premiere is op 23 oktober in het Veem om 15.00 uur. Het is een co-productie tussen Het Veem en het forte-piano festival van Museum Geelvinck.
In augustus gaf ik een workshop over de wet DBA op de Summerschool van de KCR in Rotterdam. Het blijft lastige materie en het is duidelijk dat wet niet bepaald ontworpen en goed toepasbaar is voor projectmatig werken in de culturele sector. Met name wat betreft de kernbegrippen ‘gezagsverhouding’ en ‘persoonlijke arbeid’. Is er sprake van gezagsverhouding bij een acteur of musicus die in een productie meespeelt? Er is vaak een regisseur of dirigent die min of meer zegt hoe hij/zij het wil hebben en welke tekst/muziek gebruikt wordt. Maar dat is mijns inziens geen gezagsverhouding in de klassieke zin. Qua persoonlijke arbeid valt de vereiste ‘vervangbaarheid’ nog wel te omzeilen; aangezien je vaak op grond van je expertise gevraagd om in de productie mee te spelen kan je gewoon niet aan deze voorwaarde voldoen.